Baken
’s Ochtends geniet ik van mijn hardlooprondje langs de oceaan. Altijd een ander gezicht, die watermassa. Soms stralend blauw met helderwitte golftoppen, bruisend en vol leven, op andere momenten grijzer en stiller, alsof hij in gedachten verzonken is die hij nog even voor zichzelf wil houden. Of misschien lijkt dat zo, omdat mijn gedachten de ene dag helder en veelbelovend zijn, maar de volgende dag gekenmerkt door een zekere melancholie.
Waar ik ook van geniet, is zijn geluid. Kan ik op sommige dagen mijn eigen gedachten niet verstaan, omdat hij voortdurend bulderend tegen de kust beukt, op andere momenten weet hij met zijn zachte gekabbel de kakofonie in mijn hoofd tot bedaren te brengen. ’s Ochtends maakt hij een ander geluid dan ’s avonds. Of zou dat zijn, omdat de geluiden op Tenerife ’s ochtends anders klinken dan ’s avonds?
Is mijn ochtend vol beloften voor weer een prachtige vakantiedag, aan het eind van de middag, als het tijd is om een terras op te zoeken, breekt de tijd van plannen maken aan. Plannen, die komend jaar mijn leven vorm gaan geven. Voor het eerst in lange tijd kan ik dit jaar helemaal zelf invullen. Joepie!!!!
Joepie?? Sinds er in september 2023 plotseling een einde kwam aan mijn decennia durende periode als mantelzorger (voor twee dierbaren die aan alcohol verslaafd waren), hoef ik geen tijd meer te besteden aan gesprekken, waarvan je van te voren weet dat ze geen enkel resultaat zullen hebben. Of aan het invullen van stapels formulieren, overleg met andere hulpverleners, een weg zoeken in ondoordringbare organisaties, het bestrijden van mini-crises. Om over al die andere dingen maar te zwijgen. Dus toch: Joepie!
Maar nee, zo ‘Joepie’ blijkt dat niet. Ooit hoopte ik dat het (eindelijk) zover zou zijn, maar nu het ineens zover is, valt het om de drommel niet mee om mijn eigen agenda te plannen. Om er over na te denken: ‘Wat wil ik?’ Toch ben ik vastbesloten om ook déze woelige kaap te ronden en wie kan mij op mijn vakantie daarmee beter helpen dan de Atlantische Oceaan? Die mij soms nét dat extra duwtje geeft, dat ik nodig heb. Of juist de onverstaanbare herrie in mijn bovenkamer tot rust weet te brengen. Een betere bondgenoot kan ik mij nu niet wensen.
Vanaf het terras kijk ik dus ’s middags uit over die immense waterplas. Daar, in de verte, ligt La Gomera, een van de andere Canarische Eilanden. Ik ben er (tot nu toe) nog nooit geweest, maar het schijnt er prachtig te zijn: zoveel natuurschoon. Heel wat anders dan mijn levendige vakantieplaats, waar het geïmporteerde Saharazand weliswaar zorgt voor heldere i.p.v. zwarte lavastranden, maar waar het vooral bruist van menselijk (nacht)leven.
La Gomera is niet altijd zichtbaar vanaf Tenerife. Zo bracht de Calima, de wind die Saharazand meevoert, het uitzicht tot een minimum terug. Soms is het zó bar, dat het ’s avonds lijkt alsof de rest van de stad ineens niet meer bestaat. Het was nu niet zo erg, maar er zat genoeg zand in de lucht om La Gomera onzichtbaar te laten zijn.
Dat wil zeggen: tot ’s avonds. Want zodra het donker wordt, zie ik de nachtelijke bakens op en rondom La Gomera aanflitsen. Die hebben allemaal hun eigen frequentie en prikken gewoon door het zand in de lucht. Op internet zie ik dat er maar één echte vuurtoren op La Gomera is, maar ik zie er toch duidelijk een paar. Waarschijnlijk boeien op zee. Maar goed ook, anders zat er elke keer een schip op de kust. Of tegenwoordig misschien niet meer, met het GPS-systeem.
Nu ben ik blij, dat ze deze bakens hebben behouden. Want ’s avonds, als de tijd van plannen maken voorbij is, komt de tijd van bezinning. Dat brengt de rust van de late avond automatisch met zich mee. Dan tuur ik over de donkere oceaan. Als het een leuke dag is geweest, door een geslaagde hardlooptraining, een goed boek, een bijzondere wandeling en lekker eten, dan voel ik mij in die donkerte geborgen. Ik ben gezond, omringd door dierbaren en: ik zit vol plannen.
Maar als de dag niet liep, zoals ik had gehoopt, dan zie ik een pikzwarte massa, waar ik onrustig van word. Ja, ik ben nog steeds gezond, maar hoe lang nog? Waarom heb ik al zoveel dierbaren verloren? En ken ik zoveel anderen die worstelen met hun gezondheid, die er binnenkort ook niet meer zullen zijn? Verloren in zo’n zelfde duisternis als waar ik nu op uitkijk. Ik ben verdrietig, ongemakkelijk schuif ik op mijn stoel heen en weer. Wat, als ik morgen niet meer gezond opsta? Wat, als ik straks de slaap niet kan vatten? Wat, als het morgen regent? Wat, als…?
Ineens, midden in de duisternis, flitst er negen keer een lamp aan. Negen keer en dan stopt het. Om na een paar seconden weer overnieuw te beginnen. Ver weg aan de overkant seint een baken naar mij. ‘Kijk naar mij’, knipoogt hij, ‘kijk naar mij en doe als ik: negen stapjes en dan even niets.’
De inktzwarte zee wordt iets minder donker. Voor de zoveelste keer deze vakantie brengt hij precies wat ik nodig heb: vertrouwen. Vertrouwen in komend jaar, vertrouwen in het slagen van de plannen, die ik nog ga bedenken. Ik hoef het niet alleen te doen, want daar, richting het noorden, duizenden kilometers verder weg in de duisternis, wachten veel meer lichtjes. Totdat ik weer thuis kom. Mijn bakens.
Reageren op 'Baken'? Stuur een mail naar: marianne@coronkels.nl.
Nog een kort verhaal lezen? Klik op deze link: Verhalen
'Baken' werd als column gepubliceerd op de site van het Gouds Dagblad op 7-2-2024