De fout in het systeem

Ach, ze zijn ons vergeten. Jaargang ’62 is overgeslagen door een fout in het systeem van de RIVM. In plaats daarvan is de generatie uit 1963 uitgenodigd voor een vaccinatie. Het is niet de eerste fout in het systeem van het inmiddels overbekende instituut. Het zal ook wel niet de laatste zijn. En als het bij de RIVM goed gaat, dan zal er in het systeem van de GGD wel iets fout gaan.

 

Als het over ‘het systeem’ gaat, dan gaat het altijd over een computersysteem. Niet een handig stelsel van afspraken in een geoliede organisatie. Desnoods ondersteund door een papieren agenda of een planningsbord aan de muur. Toch is dat stelsel van afspraken een voorwaarde voor een goed functionerend computersysteem. Iedereen begrijpt dat iemand bij het RIVM een fout heeft gemaakt. De computer kan echter niets anders doen dan wat er van ‘hem’ gevraagd wordt. Stop je het er fout in, dan komt het er fout uit.

 

De recente fouten met systemen roepen een levendige herinnering op: ik zit in de wachtkamer van een ziekenhuis te wachten totdat mijn metgezel wordt opgeroepen. Het is een drukte van jewelste en in tegenstelling tot wat ik verwacht, wordt de wachtkamer niet leger maar voller. Personeel loopt af en aan met papieren mappen. Elk van die mappen vertegenwoordigt een patiënt, wellicht één die nu in de wachtkamer zit.

 

Tegenover ons zitten twee oudere mensen. Zij zaten er al toen wij binnenkwamen. Af en toe knikken we naar elkaar. Dat gaat een poosje zo door, totdat de man opstaat en naar mij toe loopt. ‘Wat denkt u?, vraagt hij, ‘zou ik even een kopje koffie kunnen halen? ‘Je zal altijd zien dat je dan ineens wordt geroepen hè?, antwoord ik. ‘Ja’, knikt hij. ‘De koffiemachine is hier een stukje verderop in de gang, gaat u maar hoor, als u geroepen wordt, dan kom ik u wel even halen’, bied ik aan. De heer knikt opgelucht. Hij gaat terug naar de dame om geld te vragen. Zijn vrouw dus.

 

Ze hebben hun koffie al lang op en nog zijn ze niet opgeroepen. Vreemd. Ik zit me ondertussen te ergeren aan het personeel dat niet meer heen en weer loopt met dossiers, maar in groepjes ook een bakkie aan het doen is. Op hun gemak. Bezoekers kunnen nu niet meer zitten, sommigen staan tegen de muur geleund in afwachting van een elegante jongere die hen een zitplaats biedt. Dat gebeurt slechts een enkele keer, want opgestaan is plaatsje vergaan. En geen idee hoe lang het allemaal gaat duren.

 

Na de koffiepauze wordt het drukke geloop met dossiers hervat. In plaats van me kapot te ergeren ga ik opletten wat er nu eigenlijk gebeurt. Zit er een systeem in? En zo ja, welk? Een nieuwe bezoeker meldt zich bij de balie. De dame erachter typt iets en print een papiertje. Dat papiertje geeft ze aan een jongeman in een gele jas. Ze wijst de bezoeker naar een lege plek bij de muur: ‘Even wachten alstublieft, u wordt zó geroepen’.

 

De jongeman verdwijnt met het papiertje in een kamer. Na een poosje verschijnt hij met een map. Die legt hij op één van de stapels op een bureau bij de gang. De linker stapel. Kort daarop komt er een dame met een witte jas tevoorschijn. Zij pakt de bovenste map van de linker stapel. ‘Meneer Van der Meulen’, roept ze met luide stem. De bezoeker, die het zich net behaaglijk heeft gemaakt op het lege plekje bij de muur loopt op haar af. Samen verdwijnen ze in de gang.

 

Keer op keer herhaalt zich dit, alleen zijn het steeds andere mensen met witte jassen die uit de gang opdoemen en met een verse bezoeker verdwijnen. Er zit dus wel systeem in, maar niet het goede, overduidelijk. Nou heb ik er een hekel aan om aan een systeem te rommelen. Je moet eerst doorhebben hoe het werkt voordat je er iets aan verandert. Vóór je het weet krijg je chaos. Mijn jaren arbeid bij een computerbedrijf hebben mij dat wel geleerd.

 

Maar mijn bips begint zeer te doen en mijn metgezel zit ook al te wiebelen. Ik kijk naar het oudere stel. Ook zij worden zichtbaar ongemakkelijker. De man is al een keer naar de balie gelopen, maar krijgt nul op het rekest. ‘Blijven zitten, u wordt dadelijk geroepen’, zegt de dame kribbig tegen hem. Zijn ‘maar …’ vindt geen gehoor.

 

Het nijdig afschepen van de vriendelijke heer schiet mij in het verkeerde keelgat. Maar wat kun je doen? Ik wacht tot de baliedame bezig is, dan loop ik naar de stapels. Die draai ik allemaal om. Op de terugweg loop ik langs het oudere stel: ‘Nu duurt het niet lang meer hoor’, zeg ik. De man kijkt verbaasd op. De eerstvolgende dokter pakt een dossier: ‘Mevrouw Heuvelman!’, roept hij. Het stel staat op, de man steekt zijn duim omhoog.

 

‘Nu zijn wij ook zo aan de beurt’, zeg ik tegen mijn metgezel.

‘Ik heb het voor de bakker: er zat een fout in het systeem’.

Reageren op 'De fout in het systeem'? Stuur een mail naar marianne@coronkels.nl

Nóg een Coronkel lezen? Klik op deze link: Verhalen

De fout in het systeem werd als column gepubliceerd in het Gouds Dagblad op 2-5-2021