Iets minder taai

Zes jaar geleden stond de hele Marchingband van De Pionier op de kade van de IJssel in een druilerige miezer te wachten op de komst van Sinterklaas. Gouda was ‘the place to be’ en aan ons de eer om die intocht muzikaal op te luisteren. Op de IJssel dobberden kleine rubberboten en andere schuitjes met daarin de Pieten van de Pietenband. Gehuld in plastic vuilniszakken, zodat ze niet doorweekt aan de lange dag hoefden te beginnen. Achter ons honderden schoolkinderen, die we zojuist hadden opgehaald uit hun warme en droge klaslokalen. Met zelfgemaakte mijters op van blauw papier.

 

Ze zwaaiden enthousiast met hun vlaggetjes naar de Pieten. Wij moesten in de houding blijven staan en dus was achterom kijken uit den boze. Onze tamboermaître had ons dat in veel repetities op het hart gedrukt: ‘Niet omkijken! In de houding is in de houding, dus blijven staan. Wachten op het bevel: ‘Plaats rust – RUST’. Die laatste ‘RUST’ was voor ons van belang: dat betekende dat wij even ‘los’ mochten, inclusief omdraaien en een beetje bewegen. Voor mij en mijn collega-sousafonisten hét bevel waar we naar uitkeken, want dan mochten we onze zware toeters even op de grond zetten.

 

Dat vind ik eigenlijk het lekkerste van sousafoon spelen: het moment waarop je dat zware ding van je schouder tilt en hem aan de zwaartekracht toevertrouwt. Nou ja, het één na lekkerste moment, want het allermooiste is als je de hoempa mag toeteren. Of iets minder hoempa op zijn tijd.

 

De Sint liet op zich wachten, de regen helaas niet. De druilerige miezer was gegroeid tot een motregen die alles op zijn weg naar beneden doorweekte. Kolbakken, uniformen, handschoenen, onderkleding, sokken. Mijn voeten voelde ik allang niet meer, de Pieten dreven nog steeds troosteloos in nat plastic op het water en geen Sint te bekennen.

 

Wel veel cameramensen en tv-persoonlijkheden die het Sinterklaasjournaal vorm hadden gegeven in de weken voorafgaande aan de intocht. Ik wist het op dat moment niet, maar er was blijkbaar een heel verhaal in het spel en dat verhaal moest, regen of geen regen, tot de laatste lettergreep worden verteld vóór de Sint aan wal mocht komen. Het duurde en het duurde. Ik begon te vrezen dat ik ook Oudjaar 2014 op die natte steiger zou moeten vieren. Toch een beetje bewegen dan maar om de ergste stijfheid te verdrijven, want áls we vertrekken, dan gaan we ook gelijk in tempo. En dan is het wel plezierig als je voeten het doen.

 

Nou ben ik als muzikant al lang gewend aan niet-voorspeld rotweer, maar als je kunt blijven lopen is dat niet zo erg, dan blijf je warm, ook al ben je zeiknat. Als geen ander weten muzikanten dat het een wonder is als een evenement prachtig weer treft. Het is meestal te koud, te nat, te winderig, veel te warm of je staat tegen de zon in te kijken. Er is een stroomstoring of het bier is uitverkocht.

 

Het bevel: ‘Plaats rust – RUST!’ bleef uit en ik kreeg steeds meer zin om mijn sousafoon in de IJssel te gooien en naar huis te gaan. Bekijk het maar met die Sint! Tot ik, geheel tegen de instructies van onze tamboermaître in, toch achterom keek. Achter mij stonden honderden blauwe mini-klaasjes; hun mijtertjes hadden het niet gehouden in de regen en de blauwe kleurstof stroomde over hun gezicht. Maar er was niet één kind dat niet enthousiast met zijn (of haar) vlaggetje stond te zwaaien. Na anderhalf uur!

Hun handen moeten nog veel kouder zijn geweest dan die van mij en ze waren minstens net zo doorweekt. Maar hun wil om van dit moment, deze dag, te genieten was ongebroken.

 

Een goed voorbeeld doet goed volgen en kijk: Daar was Sinterklaas. Oorverdovend gejuich door de menigte. Daar gingen we, in tempo, zoals ik al had verwacht. Het werd een prachtige intocht.

 

De intocht in 2020 ging niet door, alle voorbereidingen ten spijt. En dus was het prachtig weer. Droog, een beetje zon, niet te koud en niet te veel wind. Perfect weer voor een intocht. Zal je altijd zien. Dat was een extra taaie teleurstelling voor de vele vrijwilligers die zich al maanden met de organisatie bezig hadden gehouden. Eerst Plan A, toen plan B, toen C en toen niks. Geen: ‘Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht’, nee, het werd: ‘Sinterklaas, lekker buiten blijven en zéker geen knecht. Doe het dit jaar maar in je eentje.

 

Nu kan ik een gezellig avondje ook zonder de goedheiligman vieren. Maar kinderen kijken elk jaar weer uit naar de komst van de Sint. En nee, echt niet alleen vanwege de cadeautjes en het strooigoed. Ze kunnen hun schoen zetten, een surprise maken een gedicht verzinnen. En zo toch pakjesavond vieren. Dit jaar uitgerekend ook nog op zaterdag.

 

Daarom heb ik mijn sousafoon van zolder gehaald en mijn sinterklaasliedjes opgezocht. Ik heb natuurlijk alleen de hoempa, maar ik heb een goeie trombonist gevonden die de melodieën uit zijn hoofd kan spelen. We gaan samen op pad, mijn sousafoon verlicht ik met een LED-kerstboomsnoer op batterijen. Het wordt koud, maar droog, voorspelt het KNMI, dus trekken we onze regenpakken aan.

Onze buurtkinderen zullen hun sinterklaasliedjes kunnen zingen. En samen met onze andere buurtgenoten genieten van een muzikaal begin van pakjesavond. Dat maakt déze Sinterklaas toch iets minder taai.

Reageren op 'Iets minder taai'? Stuur een mail naar marianne@coronkels.nl

Nóg een Coronkel lezen? Klik dan op deze link: Verhalen

Iets minder taai werd als column gepubliceerd in het Gouds Dagblad op 5-12-2020