Lege posten

Vier dagen vóór Kerstmis; mijn deurposten zijn nog nooit zo leeg geweest als dit jaar. Lege deurposten? Ja, daar hang ik altijd alle kerstkaarten. ‘Omringd’ door dierbaren en hun lieve wensen voegt dat iets toe aan mijn kerstfeest. Genoeglijk, vind ik dat. Andere dierbaren komen langs, eten mee, geven (en krijgen) cadeautjes. Dat alles maakt mijn kerstmis bijzonder. Als ik ergens van houd, is het kerstmis.

 

Maar nu? Vorig jaar zag ik laat in de middag ‘onze post’ nog door de straat fietsen, geholpen door zijn bijna uitgeputte accu. Met tassen, die zó vol zaten, dat ik vreesde dat de kerstwensen in één vlaag over de kwekerijen zouden verdwijnen. Dat is nooit gebeurd, ze belandden in de diverse wachtende brievenbussen.

Nu is de inval-slungel net voorbij, op z’n gemakje met bijna lege fietstassen verdwijnt hij nog voor de lunch om de hoek, op weg met zijn laatste brief of kaart.

 

In de buurt-app tref ik ‘lotgenoten’. ‘Zitten we soms in een buitenwijk? Hebben ze onze post weggegooid? Schande, en dat met die dure decemberzegels. En de postzegels worden volgend jaar nog duurder!’

Tja, ik kan het niet met mijn buurtgenoten oneens zijn, maar erger vind ik mijn lege posten. Als ik naar ze kijk, denk ik aan de velen van wie ik nooit meer een kaartje zal ontvangen. Maar ook aan de prachtige mensen, die afgelopen jaar hun intrede hebben genomen in mijn leven. Zo hoort het ook.

 

Misschien, heel misschien komen ze maandag nog? Of dinsdag? Zelfs als ze vóór Oudjaar worden bezorgd, hang ik ze nog op, dan zijn ze op tijd om het nieuwe jaar in te luiden. Nou, afwachten maar. Per slot van rekening hangt er niets van af.

Dat is wel anders met de vele restauranthouders die geen personeel kunnen vinden. Of de zorg. Of de bakker in het dorp, mijn installatiebedrijf, het vervoer, de NS, de aardbeien- en tomatentelers, de ….. noem maar op. Het is niet eens meer bijzonder of een uitzondering als ik een bord achter een gesloten deur zie: ‘Gesloten wegens gebrek aan personeel, excuses voor het ongemak’. Voor die ondernemers een flinke schadepost.

 

Op televisie zie ik mensen die een andere keuze hebben gemaakt dan veertig uur per week betaalde arbeid verrichten. Dat mag, maar eigenlijk willen ze dan wel het salaris en andere emolumenten, die bij die veertig uur horen. Dat kan niet, maar dat vinden ze dan ‘ongelofelijk oneerlijk’. ‘Wij moeten toch ook kunnen doen wat we willen?’ Zeker, de keuze is reuze, maar de medaille kent nog altijd twee kanten.

 

Om mij heen zie ik ook mensen die nóg een andere keuze hebben gemaakt. Of die vinden dat ze geen andere keuze hadden. Die mantelzorg, vrijwilligerswerk, betaalde arbeid, zorg voor de kinderen en huisdieren, hobby, sport en huishouden combineren. Die zijn veel meer dan veertig uur per week aan het werk, maar die hoor ik nooit klagen. Die komen ook niet op de televisie, want wanneer zouden ze daar nou tijd voor moeten maken? Toch, als ik hen iets vraag, hebben ze tijd, altijd. ‘Met liefde’, zeggen ze dan.

 

Dat is de groep waar ik bij wil horen, als ze me willen hebben, natuurlijk. Ik doe mijn best om waar nodig of wenselijk in te springen, een helpende hand te bieden, een luisterend oor of een bakkie samen te doen. Naast muziek maken besteed ik veel tijd aan dingen, die in een vereniging gedaan moeten worden. Samen met al die andere enthousiastelingen, waar ik een beroep op kan doen. Met z’n allen kom je ergens.

 

Soms lukken dingen niet en afgelopen jaar heeft zich, naar mijn gevoel, daarin onderscheiden. Niet eens, omdat mensen niet mee willen doen, maar simpelweg, omdat de communicatie (nog) niet goed werkt. In een tijd van email, SMS, (mobiele) telefoon, ZOOM, Meet en WhatApp lijkt dat onmogelijk, maar zo is het. En frustrerend dat het is!

 

Daarom had ik besloten om een paar zaken door te geven aan de volgende enthousiasteling of terug te koppen naar ons bestuur. Dat bood een gevoel van opluchting. En daarmee ruimte en afstand om de kwestie uit het emotionele gebied te halen en zakelijker te bekijken. Betrokken-zijn is goed, maar té betrokken is een handicap. Voor mij, in ieder geval. Door de ruimte die ik met mijn besluit heb gecreëerd kan ik de kwestie eens rustig van de andere kant bekijken. ‘Waarom heb je dat in eerste instantie niet gekund, sukkel’, denk ik dan. Maar ja, ik ben ook maar een mens. Wie mij gaat vervangen, is nog onduidelijk. Binnenkort zullen we er wel over gaan praten, denk ik. Maar eerst wil ik onbezorgd kerstmis vieren. Mijn kerstmis duurt tot en met 4 januari, want dan komt mijn andere familie gezellig buurten en ook een hapje mee eten. Daarna zie ik wel.

 

Peinzend kijk ik naar mijn lege posten; ook al hangen er geen tastbare bewijzen, ik weet zeker dat velen aan mij hebben gedacht en geprobeerd dit met een kaartje onder woorden te brengen. Is dat eigenlijk niet dat telt? Zeker!

 

Lege posten bieden ook mogelijkheden: een onwaarschijnlijke sollicitant, die nooit in aanmerking zou zijn gekomen, maar nu een aanwinst blijkt, een dakloze jonge moeder met kinderen, die onderdak vindt in het (te) grote huis van een gepensioneerde, die net weduwnaar is geworden, twee orkestleden, die samen een bestuurstaak willen overnemen. Eén van de twee mailde mij onlangs: of ik nog één keer wilde inspringen voor mijn ‘oude’ taak, want haar moeder was de dag ervoor overleden.

 

Ik spring op en sprint naar mijn torenkamertje. Eerst even dat varkentje wassen en dan verder met de kerstmenu’s. Want als ik echt bij die vele kanjers van groep twee wil horen, dan moet ik er wel wat voor over hebben.

 

Boven aangekomen, wachtend op het opstarten van mijn computer, zie ik in de verte ‘onze post’ tegen de wind in stevig doortrappen. En met hem gloort er ineens hoop voor mijn eigen lege posten.

Reageren op 'Lege posten'? Stuur een email naar: mariannne@coronkels.nl

Nog een kort verhaal lezen? klik op deze link: Verhalen

'Lege posten' werd als column gepubliceerd op de site van ZoGouds op 26-12-2024..