Uit het raam
Van de vele bezoekers op het zonnige terras op Tenerife zijn er vaak een paar landgenoten. Zeker tijdens de achtste finale, waarin Nederland het moet opnemen tegen de Yankies. Direct na de wedstrijd en de gelukwensen over en weer gaat het gesprek over morgen. ‘Wat ga jij doen, morgen?’ Ik? Nou, eerst naar het strand en daarna lekker wandelen. Meewarig schuddende hoofden; ‘ze weet het nog niet’. Wat weet ik niet? Nou, het weer joh, het weer van morgen: absoluut geen strandweer, waarschijnlijk zelfs geen wandelweer. Nee, binnen blijven of een excursie boeken zijn de resterende opties.
Uit diverse zakken en tassen komen de smartphones tevoorschijn, die zijn veel smarter dan ik, want die weten wat voor weer het morgen gaat worden. ‘Kijk maar: zonnetje met wolkjes en regendruppels er onder’. Per uur worden de percentages voorspelde regen opgegeven, niet best hoor: van 20 procent morgen om acht uur, oplopend naar zo’n 40 of 50 procent aan het begin van de middag. Ja, de temperatuur blijft goed, dat wel.
De weerapp op mijn eigen mobiele telefoon bevestigt het geschetste beeld; rotweer morgen, dat kan niet anders. ‘Gelukkig heb ik mijn poncho meegenomen’, zeg ik, ‘dan kan ik toch lekker gaan wandelen. Het is in ieder geval beter weer dan thuis, want daar is het nog koud óók.’ Ja, dat is zo, maar toch, regen, terwijl we hier komen voor de zon, het moest niet mogen….
De volgende dag schijnt de zon uitbundig op mijn balkon. In de verte zie ik wel wat schattige kleine wolkjes, maar die zijn nog ver weg. Naar het strand dus. Dat is zowat leeg, zelfs de hamacas (ligbedden) zijn niet uitgezet door hun verhuurder. Die zal ook wel een weerapp hebben en heeft de bui zien aankomen, figuurlijk dan. Genieten dus van het geluid van de branding.
Op de boulevard is het beredruk. Allemaal bepakte en bezakte mensen, want ja, straks gaat het regenen en we willen wel droog blijven. In de rugzakken en tassen vermoed ik regenkleding, opvouwbare paraplu’s, droge sokken en schoenen. We hebben wel één ding gemeen: we zijn allemaal reuze bezweet. Zij, vanwege hun vele kleding en bagage en ik, omdat ik in de stralende zon lig te bakken. Touringcar na touringcar rijdt over de boulevard met al diegenen, die de openlucht vandaag helemaal niet durfden te trotseren, die zijn op excursie gegaan. Ach, wat zielig.
De hele situatie doet me denken aan een logeerpartij, lang geleden. In het gezin twee baldadige jongetjes en hun kleine zusje. Die had eens een paar weerpoppetjes gehad; waren ze roze, dan werd het goed weer, werden ze blauw, dan zou het gaan regenen. Die poppetjes stonden in de vensterbank. Mijn gastvrouw, een schat van een mens, maakte elke dag een heerlijk ontbijt voor ons allemaal. Maar niet nadat ze eerst een blik op de poppetjes had geworpen: wat voor weer zou het vandaag worden?
Haar twee zoontjes wisten dat maar al te goed, dus die kwamen stiekem al vroeg naar beneden en gooiden de poppetjes in een glas met water. Tot ze blauw waren. Dan gauw afdrogen en snel terug naar hun kamer. Kort daarop hoorden ze hun moeder zeggen: ‘Getverderrie, alweer slecht weer, het houdt maar niet op’. Gieren van de lach onder hun kussens.
Die logeerpartij kenmerkte zich door uitsluitend zonnige dagen en door het matige humeur van mijn lieve gastvrouw, die elke dag begon met een scheldpartij op het weer. En later op die kl..-poppetjes. Nee, ik heb ze niet verraden, de twee bengels, de grap was gewoon te leuk. Zelfs nu, op het warme strand lig ik weer te gieren van de lach, o,o, wat een mop. Zo grappig. Iedere keer als ik naar de touringcars en de bezwete, dik aangeklede wandelaars kijk, begin ik weer te lachen.
Tuurlijk hebben die weerapps gelijk, wie zou durven beweren van niet? Maar twintig procent kans op regen, wil niet zeggen dàt het regent. En ‘verspreide buien’ hoeven echt niet precies boven mijn hoofd hun druppels te lossen. Zeker op Tenerife, waar de meeste regen in het noorden valt. Waar nu al die excursie-gangers met bussen tegelijk naar toe worden gebracht. Kunnen ze morgen in ieder geval zeggen dat hun mobiel gelijk heeft gehad, ja hoor.
Aan het einde van mijn logeerpartij was mijn gastvrouw ten einde raad: ‘Als die poppetjes morgen weer blauw zijn, dan flikker ik ze het raam uit’, mopperde ze. Vanochtend check ik gewoontegetrouw mijn mobiele telefoon. Even kijken wat voor weer het vandaag wordt. Mmmm, dat ziet er niet slecht uit. Ook nog even de windradar bekijken, want ik wil mijn hardlooptraining doen. Tjonge, dat ziet er prachtig uit: alleen maar groene zones met hele kleine pijltjes; bijna geen wind dus.
Net voordat ik de deur uit wil gaan kijk ik nog even uit het raam; langs de boulevard buigen de palmbomen bijna dubbel, zo hard stormt het. De hele weg is bezaaid met afgebroken takken en afgewaaide bladeren. Teleurgesteld kijk ik nog een keer op mijn mobiel. Groen en hele, hele kleine pijltjes.
Nou, die flikker ik ook uit het raam!
Reageren op 'Uit het raam'? Stuur een mail naar marianne@coronkels.nl
Nóg een Coronkel lezen? Klik op deze link: Verhalen
'Uit het raam' werd als column gepubliceerd op de site van SpanjeVandaag op 22-12-2022